Myawaddy oktober 2001
We melden ons bij de Thaise grenspost. Nadat we aan alle formaliteiten voldaan hebben gaan we lopend de brug van de Moei river over. De mensen naar Birma lopen rechts en de mensen uit Birma lopen aan de linker kant van de weg. Er zijn meer voetgangers dan auto’s.
Frienship bridge Mae Sot
Via de Friendship bridge gaan we naar de douane in Myanmar. Lopend naderen we een totaal andere wereld. Het weer is eindelijk wat beter geworden. De zon schijnt en het is erg warm. Vrouwen zijn aan het wassen in de rivier. De was wordt te drogen gelegd in het gras aan de kant van het water.In de verte zien we vanaf de brug het dorp aan de grens Myawaddy. De eerste indruk is houten huizen en en vrijwel geen bestrating. Alleen de grensovergang is bestraat en er staan overal heel veel bomen. Het ziet er mooi groen en vooral landelijk uit. We worden door de douane opgevangen. Een dagvisum voor Birma kost 500 Bath en je ben verplicht je paspoort in te leveren. Alles verloopt goed alleen moet je nogal wat formulieren invullen voordat we onze stempels krijgen. We nemen plaats in het hokje van de douane beambten en terwijl we daar zitten worden we bekeken als aapjes door de plaatselijke bevolking.Vrouwen knijpen in mijn armen en zijn verbaast hoe wit ik ben. Mannen laten hun spierballen zien. Maar mijn armen zijn natuurlijk veel dikker zonder spierballen.
We lopen door de hoofdstraat en worden gevolgd door een ploegje “taxi” drivers onder leiding van een hoofd “taxi” driver of gids. De mensen zijn erg aardig en we mogen volop foto’s maken. Langs de kant van de weg staan kleine winkeltjes (hokjes) op palen. Ze bieden van alles te koop aan, zoals levensmiddelen, huisraad, drank, groenten en fruit. Het is maar goed dat de mensen hier klein en uitermate slank zijn anders pas je toch nooit met je kinderen en je koopwaar in zo’n winkeltje. Een van de favoriete (goedkope) drankjes wordt hier vers voor je geperst uit rietsuiker. Fris maar erg zoet.
We besluiten om toch maar een “taxi” te nemen. Op een plankje in je eigen bakfiets met prive chauffeur. Zelfs in de hoofdstraat van Myawaddy zie je zo goed als geen auto’s, alleen fietsen en fietstaxi’s. Schoolkinderen, moeders die zijn wezen shoppen en hele gezinnen zie je, al dan niet onder parapluitjes vanwege de zon, in een fietstaxi voorbij rijden. Een prachtig gezicht.
Tempelcomplex in de stad
Onze eerste stop is “hoe kan het ook anders” een tempelcomplex. De boedha’s zien er overal hetzelfde uit. Alleen is het ene complex wat kleurrijker dan het andere. Liggende, zittende, alle soorten boedha’s zijn vertegenwoordigd. De muurschilderingen zijn kleurrijk en interessant. Hier zien we het levensverhaal van Boedha uitgebeeld, Boedha onder de Boedha boom, Boedha als geraamte (goed en kwaad) reincarnatie etc. etc.. De pijen van de monniken hier in Myanmar zijn in de Tibetaanse kleuren. In dezelfde ruimte waar een monnik zit te mediteren zit ook een aantal jonge kinderen een sigaretje te roken en te gokken. Niemand heeft daar problemen mee. De schoolgaande jeugd in uniform brengt ook een bezoek aan het tempelcomplex. We proberen een klein jongentje te fotograferen want deze spring in het veld heeft een prachtig chinees staartje achter op zijn bijna kale hoofd van zeker 20 cm.. Maar fotograferen liet hij niet toe.
Onze taxi’s staan beschermt door de machtige leeuw van het tempelcomplex klaar voor vertrek . Onder leiding van Ton, die de fiets uitprobeert, onder grote hilariteit van de taxi jongens. Want dit kan echt niet. Een farang die fietst als taxi.
Markt
De volgende taxi stop is de markt. Een man verkoopt pakketjes met “beatle noten”, iedereen noemt ze anders. Bij het kauwen op deze noten krijg je van die mooie rode tanden en monden wat je in deze streken veel ziet. De noten werken ook verslavend. Een markt is voor mij altijd een van de mooiste plaatsen om mensen te fotograferen. We lopen door de “stoffen” hoek. Je kunt hier materiaal uitzoeken en meteen een broek, blouse of jurk laten maken. Een baby krijgt een vierkant ijsje van papa, terwijk dochter lief BH’s stikt achter de Singer trap naaomachine. De vlees en vismarkt slaan we vandaag, vanwege de stank, maar even over. Ik wordt er “onder veel gelach” op gewezen om vooral om vooral en een beetje rare vrouw te fotograferen zittend in het midden van een marktstraatje. Misschien de plaatselijke dorpsidioot of zomaar een verslaafde??
Overal zie je vooral vrouwen en kinderen met gele strepen op hun gezichten. Dit is te vergelijken met zonnecreme, het heeft een beschermende werking tegen de zon, is alleen stukken goedkoper dan onze crème’s uit een tube. Het is sap uit een hier veel voorkomende, in het wild groeiende plant.
We doen nog wat laatste indrukken op. een strijder uit de bergen misschien, in iedergeval bewapend. En verder gaan we weer …….
Tempelcomplex buiten de stad
Via de hoofdstraat , waar we een groot bord zien met een waarschuwing voor aids, gaan we door allerlei achteraf zandstraatjes, tussen de koeien en door de weilanden naar het volgende tempelcomplex. Ditmaal in de vorm van een krokodil. De omgeving is mooi en we wandelen wat rond. De tempels liggen verspreid en overal kom je wel een boedha tegen. Vanaf het complex aan het water heb jeuitzicht op de stad. In de verte zie je “hoe kan het ook anders” een tempel. Ondanks, of misschien wel dankzij, dat het zo warm is, zijn er nog steeds wolken in de lucht maar het is droog. We fotograferen het onderkomen van de monniken. De altijd en eeuwig luie broeders. Geneigd om een praatje te maken maar hun Engels is niet best en mijn Myanmars ook niet. De kookplaats van het monnikenhuis is ongelooflijk, dat mensen nog op deze wijze kunnen leven. We schieten nog wat foto’s en ook van de etende vrouwen op de keukenvloer.
We besluiten om langzaam aan maar weer richting grens te gaan. In de hoofdstraat drinken we nog wat met z’n allen op een heus terras, kroepoekje erbij, en als herrinnering een bierpul gekocht. En lopend de brug weer over. Nog wat laatste plaatjes van Moei river met een gewapende bewaker voorop een taek-boot, en we zijn weer bijna terug op de grens met Thailand.