Kodaikanal
Woensdag 1 maart 2000
We vertrekken om 9 uur. Het weer is goed. We gaan door de bergen naar Kodaikanal. Deze plaats ligt op 2900 meter hoogte aan een meer.
De weg door de bergen is nog smaller dan de dijk waaraan wij wonen. Ik zit gelukkig aan de goede kant (berg) van de weg. De bergkant is volgeschreven met waarschuwingen tegen aids en reclame voor condooms.
Er wordt gestopt bij een uitkijktoren en een waterval. Het is lekker om even te lopen en wat te eten en te drinken. Ze verkopen hier gefrituurde pepers. Heerlijk. En natuurlijk een kopje thee met melk na.
Als we boven aankomen stappen de gidsen en bijrijder uit de bus en gaan vlug een kruisje slaan bij een Mariabeeld langs de weg. We hebben de tempels achter ons gelaten. We reizen nu door een katholieke streek.
Het is hier aanmerkelijk kouder, ongeveer 23 graden en ‘s nachts 5.
Na een uitgebreide lunch in het hotel lopen we om het meer heen ongeveer 5 km. Het is hier lekker rustig na de chaos in de drukke steden. Terug drinken we nog een pilsje met Koos en Geertje, opgehaald uit de koeling bij onze buschauffeurs, in het restaurant is no bier.
Later gaan we eten bij de Tibetaan. Een afgrijselijk smerig kamertje, vol met rondreizende backpackers die nodig in bad moeten. Je moet hier op tijd zijn anders is het vol en kun je op de trap wachten. De momo’s zijn heerlijk en de soep is een complete maaltijd. Je eet en drink voor f 2,-. We kopen nog een fles drank en maken er een gezellig avond van.
Deze keer hebben we een hele grote kamer met 2 tweepersoonsbedden, een zitje met 4 stoelen kaptafel etc. en dan nog heel veel ruimte. De badkamer is ook onverstelbaar groot. Je kunt zelfs naast elkaar op de dubbele wc’s gaan zitten. De kamer ruikt muf en de lakens zijn klammig, maar gelukkig kunnen de ramen open en schijnt de zon naar binnen. Even goed luchten dus!
Donderdag 2 maart 2000
Het was koud vannacht. De dekens van het andere bed gehaald, sokken aan en nog koud. Uitslapen valt hier niet mee. Eerst gaat de bel, niemand. Daarna de telefoon, Rozario of we mee gaan voor ‘sight seeing’. Weer telefoon, of we nog willen ontbijten. Wel attent, maar we maken zelf wel uit, waar en wanneer we eten. We douchen (voor de eerste keer echt heet water), ruimen wat op en drinken bekers koffie. We laten ons door een taxi afzetten bij de Tibetaanse winkeltjes. (niet te vergelijken met Nepal). We kopen een prachtige kashmir sjaal, nog wat lakdoosjes en een hangstoel. Niet bij Tibetanen maar bij vluchtelingen uit Kashmir. We eten en drinken wat aan het meer. Je kunt hier bootjes huren en paardrijen. De paarden zien er niet erg fris uit. Er lopen nogal wat toekomstvoorspellers en handlezers rond. We zitten lekker buiten in het zonnetje te lezen als de anderen terugkomen. Jacco en Carolien blijven zitten en we drinken thee met de gidsen en chauffeurs. ‘s- Avonds weer naar de Tibetaan. Bijna de hele groep komt binnen. Ik wacht bijna 2 uur op mijn eten. Een broer kookt en een broer bediend, moet kunnen. We shoppen nog wat en lopen terug.