Woensdag 4 december 1996
Na het ontbijt vertrekken we vanuit Bogor naar Bandung, via de Puncak Pas. We maken een aantal stops om foto’s te maken en bezoeken een theeplantage en de theefabriek Gunung Mas. De route is schitterend en voert door de bergen. Het is hier mooier dan op Sumatra en Singapore. We rijden over een brug en een weg, die nog door Nederlandse militairen zijn aangelegd.
In Bandung aangekomen regent het weer verschrikkelijk hard. We rijden door een Nederlandse wijk met officiershuizen. Prachtig. Het hotel ziet er ook goed uit. Met z’n zessen in een eigen huisje. Goed geregeld dus. Bij dit hotel zijn ook tennisbanen, een zwembad en zelfs een modelauto circuit. In de kamer ligt Wilma de aantekeningen van de laatste dagen bij te werken, terwijl Ton even weg is.
Donderdag 5 december 1996
We gaan naar de Tangkuban Perahu krater. Eerst met de bus naar boven, dan met kleine busjes nog hoger. Aan de rand van de krater krijgen we een gids toegewezen, compleet met trui, hoed en een met teddy gevoerde jas aan. We moeten twee kilometer naar beneden lopen. Het is er mooi, maar je moet zo opletten waar je loopt dat je bijna geen tijd krijgt om rond om te kijken. Overal wordt je lastig gevallen door jongens die je van alles en nog wat willen verkopen. Ze lopen met ons mee. Beneden aangekomen ruik je de zwavellucht. Er is een geiser die ze extra laten borrelen door er koud water in te pompen. Het gaat een beetje regenen. We besluiten wat te gaan drinken. Wilma wil graag drie blauw-groene olifantjes kopen, maar ze vragen er veel te veel voor. De verkopers lopen steeds weg en komen weer terug. Wilma wil met haar prijs niet omhoog. Bert overbiedt Wilma en krijgt de olifantjes. Als we weggaan komen de verkopers Wilma achterna en krijgt ze de olifantjes alsnog voor haar prijs.
Nu moeten we een paar honderd meter omhoog lopen. Het gaat hard regenen. We pakken de paraplu en daarna nog een kilometer vlak door de rimboe. We zijn net op tijd bij de bus. De regen valt nu met bakken naar beneden. Gelukkig zijn we de eerste die bij de bus zijn. De anderen zijn drijfnat. Het is maar goed dat we altijd de rugzak met regenjack en paraplu meenemen.
Na de lunch in het hotel gaan we naar de Angklungschool Pak Ujo.
Een angklung is een bamboe muziekinstrument. De voorstelling duurt de hele middag maar vliegt voorbij. Er wordt muziek gemaakt, gedanst en gezongen door kinderen, zelf hele kleine kinderen.
Wij, het publiek krijgen ook een angklung aangereikt en onder leiding van de begeleider van de kinderen, die tussen het publiek zijn gaan zitten worden er al snel hele wijsjes gespeeld. Op handgebaren van de dirigent en later op nummers, die ook op je angklung staan. Een hele leuke middag. De show begon met een wajang demonstratie, een eigenlijke wajang show duurt ongeveer 7 uur. Wilma heeft twee wajang poppen gekocht. Oude hier op school gebruikte poppen. Het kitcherige is van deze poppen af. Ze zijn vaal en lopen soepel. Je ziet dat ze gebruikt zijn.
Vrijdag 6 december 1996
Hoestdrankje gekocht, maar vannacht toch nog verschikkelijke hoestbuien gehad. De gids vertelde dat ik me moet insmeren met een soort tijgerbalsem (wat ook goed is voor muggenbulten, daar hebben we het voor gekocht). Het helpt helemaal niet. Ik blijf hoesten. Van iemand uit de groep een hoestdrankje gekregen. Iedere 2 uur een lepeltje en binnen een dag is het over. Onder het ontbijt besluit ik toch maar thuis te blijven en in bed te kruipen. Ik heb koorts. (Nico onze reisleider noemt dit “hete tranen over voorhoofd”).
Het programma bestaat vandaag uit winkelen in Bandung. O.a. de beroemde “Jeans Street”, Jl.Cihampsepas en winkelwijk Jl. Dalam Kaum. Dus mis ik niet veel. Ton gaat mee want er moet weer gewisseld worden. Dit is de laatste mogelijkheid voor de komende week.
Wilma krijgt ontbijt op bed geserveerd. Om 12 uur begint het weer verschrikkelijk te regenen en te onweren. De stroom valt even uit.
Ton komt om drie uur naar binnen. Roomservice brengt thee en fruit. ‘s-Avonds bij het diner heeft ze nog steeds koorts en besluit in bed te blijven. Er wordt weer keurig eten gebracht. Ton en de rest drinken na het diner nog een biertje en Bert vertelt moppen voor de microfoon. Er speelt een man op het orgel en er zingt een zeer slechte zangeres.