Madurai
Maandag 28 februari 2000
Na het ontbijt vertrekken we om een uur of acht naar Madurai.
We stoppen bij kleine tempeltjes omgeven door kleine en manshoge terracotta paarden. Het zijn offerandes van de dorpelingen. Kleine paarden voor kleine gezinnen grote paarden voor grote gezinnen. Er staan vaak speren bij de tempeltjes en er worden dieroffers gebracht.
In een heel klein dorpje met erg aardige bewoners bezoeken we een hele oude uiterst sfeervolle tempel. Deze tempel ontvangt geld van Unesco vanwege de zeer zeldzame muurtekening van een olifant, de enige in India, en geschriften op een tempel muur in een taal die door de Indiërs niet te lezen is. Hele mooie beelden van vrouwen (met siliconen borsten) en wachters, maar erg moeilijk te fotograferen ivm de rare lichtinval.
We stappen weer in de bus en rijden naar een groot rotsplateau met een prachtig uitzicht over de rijstvelden. In een rots zit, in een kleine vierkante ruimte, een tempel met kleurrijke muurschilderingen. De kleuren zijn gehaald uit citroengras en andere planten. Een leuke plek om te picknicken maar het begint weer te regenen. Dus maar een broodje eten in de bus. Het regent veel en hard. De straten worden rivieren. Je ziet dit wel eens op TV, maar nu is het echt. Grote bruine modder stromen, van huis tot huis. De straat van het hotel staat ook blank. Ook al wordt het wat later op de avond droog, als je de stad in wilt moet je pootje baden. Wij niet dus. We blijven lekker binnen en sturen een E-mail naar Bert. Het hotel heeft een overdekt dakterras waar we lekker eten en zelfs bier kunnen drinken.
Dinsdag 29 februari 2000
Schrikkeljaar. Ik was deze dag gewoon vergeten.
Mandurai is de oudste stad van Zuid India. De stad draait om de Meenaki-tempel. Je kunt ook (zoals overal) je toekomst laten lezen door parkieten en astrologen lezen de sterren en je handen.
De volgende ochtend spreken we met Carolien af om naar de kleermakers te gaan. Het wordt wat later want Carolien is haar camera kwijt. Na ontbijt/ lunch, brunch dus, gaan we de stad in.
Het is modderig, druk en warm. We lopen naar het grote tempel complex, maar gaan niet naar binnen. Geen zin om schoenen in te leveren en door de modder te lopen om de tempel binnen te gaan. Er is genoeg te zien in de omgeving.
In oude tempelachtige gebouwen zitten rijen kleermakers achter hun Singer trapnaaimachines.
Er is een straat vol boeken. Jammer genoeg geen mooie Ghanes gevonden. We gaan shoppen, maar kopen uiteindelijk niets want de mensen (vooral in de grote winkels) zijn erg vervelend. Je moet overal komen kijken, op plaatsen en naar dingen die je niet wilt kopen, als je weigert zijn ze boos. Jammer dan. Terug in het hotel, bij een aardige jongen toch nog 2 lakdoosjes gekocht.
Carolien en Rozario zijn naar de politie, doen aangifte voor de verzekering. Carolien mag niet vertellen dat de camera in het hotel verdwenen is, nee uit haar tas gestolen toen ze de tempel bezocht. Opdracht van de gids. Natuurlijk moet er flink betaald worden aan de politie voordat je überhaupt terecht kunt bij de juiste persoon in het politie bureau. Later als het briefje door de gids opgehaald wordt, heeft hij alweer moeten betalen. Corruptie viert hier hoogtij.
We eten weer ’on the roof’. We hebben een kamer met een douche die niet werkt en er zijn geen ramen, ook is het overal smerig. We nemen dus met plezier afscheid van dit in de route beschrijving als driesterren gepresenteerde hotel.