Zaterdag 18 oktober 1997
In Jaipur aangekomen gaan we naar het Bissau Palace Hotel. Een paleisje in het smerigste straatje van Jaipur. De rest van de dag zijn we vrij.
Het hotel is een oase van rust. Een huis van de Maharadja is omgebouwd tot hotel. Er is een schitterende bibliotheek en ontvangsthal vol met authentieke spullen. Foto's, schilderijen, jachttrofeeën, koppen van panters en tijgers en een enkel luipaard. Er hangen overal foto’s en schilderijen van bekende Engelsen, die hier gelogeerd hebben. Charles , Diana en Sarah Furgerson.o.a.. Onze kamer is ook in stijl ingericht. Met ijzerbeslag en een hangslot op de deur. Een groot zit bed met gordijnen bewerkt met spiegeltjes, een hoog smal bed om in te slapen met spiegeltjes. Oude wapens en pentekeningen van Churchill aan de muur. Werkelijk schitterend. Alle kamers zijn anders ingericht. Het uitzicht bestaat uit een groot oud ford op het topje van de berg.
"Het smerigste straatje" klopt precies. Een straat vol mensen, beesten en afval, met een groente-, vis- en vleesmarkt. In India is het de gewoonte om al het afval op straat te gooien. De beesten eten het wel op. Behalve koeien (heilige koeien) lopen ook varkens, geiten, honden, zwijnen en apen in grote hoeveelheden op staat tussen het verkeer en de mensen door. Over een beesten boel gesproken! Vooral op de groenten en vleesmarkt natuurlijk. lekker veel vers eten voor al die beesten.
We gaan verder naar de bazaar (soort markt). Het is onvoorstelbaar druk je kunt haast niet vooruit komen, door de grote menigte lopende mensen die aan het winkelen zijn, maar ook door de verkopende mensen, die overal lukraak hun koopwaren uitstallen. De mensen zijn niet erg vriendelijk ,je wordt gewoon van het trottoir afgeduwd, of je krijgt een elleboog in je rug, ga aan de kant, ik ga voor! Je krijgt constant boze blikken toegeworpen, wat doe je hier, je hebt hier niets te zoeken! Je kunt de mensen niet verstaan, maar zo voelt het.
Een straat oversteken is helemaal onmogelijk, door al dat voorbij razende verkeer. Het is een vreselijke herrie van claxons en heel veel, veel te veel, bedelaars. Och waren we maar "koe", daar stopt iedere Indiër voor.
We lopen door verschillende straatjes waar verschillende ambachten worden uitgeoefend. Een kruidenbuurt, zilversmeden, armbanden ingelegd met "diamant". Een marmerstraatje waar een eenzame bakker tussen zit, waar we heerlijk brood proeven en dus ook kopen.
Als we terug in het hotel zijn is de stroom uitgevallen in ons gebouw. We gaan lekker buiten zitten in de prachtige tuin. Vanavond eten we in het hotel. Er is een speciaal buffet met dans en een optreden van vuurslikkers.
Zondag 19 oktober 1997
Om 9 uur met de bus naar het Amberfort, een paleis van een van de vele maharadja’s. Onderweg zien we allerlei paleizen en ommuringen. Ook een paleis midden in het water.
We trekken nu over de oude zijden route. De maharadja's waren erg rijk en hadden veel personeel, er staan 10- tallen paleizen en forten op een paar vierkante kilometer. De meeste zijn erg verwaarloosd en worden bewoond door zwervers en apen. Een tijdlang zijn de maharadja's ondersteund door de regering om zo hun paleizen en erfgoed te kunnen onderhouden. Momenteel niet meer. Door slimme maharadja's worden van de paleizen hotels gemaakt, of gebruikt als toeristische trekpleister.
Je kunt op een olifant naar boven naar het Amberfort, of lopend. We gaan lopend. Tussen de olifanten door gaan we naar boven, trapje op trapje af. Je kunt het fort van binnen bezichtigen. Het is vreselijk druk. Een lange rij met dringende mensen. Daar hebben we echt geen zin in. We blijven buiten op de binnenplaats en drinken wat in een van de barretjes. Maken foto's van olifanten en apen en moeten natuurlijk zelf op de foto met wat Aziatische mensen. We lopen terug langs de verkopertjes en gaan nog wat winkelen en drinken langs de weg, waar het een komen en gaan is van mensen. Een kleurrijk geheel.
Op de terugweg worden we op de bazaar gedropt. We lopen voor bezichtiging naar het Vier Winden Paleis en het City Paleis. Aan de buitenkant zijn ze mooier dan aan de binnenkant. Het Vier Winden Paleis is eigenlijk alleen maar een façade.
Het is warm. We besluiten de groep de groep te laten en ergens wat te gaan eten en drinken. Zo gezegd zo gedaan. Om een uur of drie zijn we weer terug in het hotel.
Vandaag is een gedeelte van de "smerigste straat" geasfalteerd, met de hand door een groep vrouwen. Zou het ooit nog wat worden?
Maandag 20 oktober 1997
Vandaag de hele dag "kamelen tocht". Om 9 uur vertrek vanaf hotel met een plaatselijk busje. Beenruimte is iets wat blijkbaar erg kostbaar is. Na een rit van een uur komen we aan bij Bissau farm waar we voorzien worden van mineraalwater. De plaatselijke bevolking staat reeds te wachten met hun kamelen (dromedarissen) met daarachter een kar. Per kameel twee personen, een op de kameel en een op de wagen. De kameel schommelt aardig, maar na een paar minuten ben je er aan gewend. Na een stop bij een meertje en een tweede korte stop komen we aan bij een dorpje. De hele weg lopen er kinderen mee die pennen vragen.
Dit verergert in het dorp. Ongelofelijk hoe hier gebedeld wordt. De pennen worden zelfs door volwassenen uit je handen gerukt. Bic kan hier goed zaken doen.
In dit dorp kun je goed zien hoe men leeft op het platte land. De huizen zijn van riet of leem, een enkel huis is van steen. Ze hebben een kamer waarin men kookt, slaapt en ook de kleine dieren als geiten en schapen of kippen huisvest. De inrichting bestaat uit een groot bed op poten met wat lappen en in een hoek een stookplaats met wat kookgerei er omheen. Veel gefotografeerd, daarna terug naar de farm, voor de lunch. Nog even relaxen en als je wilt, zwemmen in een grote waterbak.
Weer verder naar een apentempel. Ongelofelijk hoeveel apen hier zitten. Ze zijn gelukkig aardig. Ze pakken de pinda's keurig van je aan. De tempel is gebouwd in een drietal lagen met baden. Een mooie tempel met veel muurschilderingen maar erg verwaarloosd. Bij deze tempel komt het water uit de bergen (rotsen) en naar zeggen weet niemand waar het vandaan komt (heilig dus). Er zitten nog wat Hari Krisna's te zingen en dat was het dan wel. Bij de uitgang krijgen we nog een tikka op ons voorhoofd gedrukt. Wel betalen natuurlijk. Na een verfrissing terug naar het hotel, waar we op de plaatselijke markt nog wat brood en bananen kopen voor de reisdag van morgen naar Agra.